Wanneer er tegenwoordig over literatuur wordt gesproken, gebeurt dat vrijwel altijd op sombere toon. De literatuur wordt bedreigd, de schrijver heeft zijn vooraanstaande positie verloren, prijzen doen er niet meer toe, de kritiek is verschraald, recensies hebben geen invloed meer. Steeds weer wordt de noodklok geluid, door cultuurpessimisten die honend het eind van de serieuze literatuur afkondigen of door blijmoedige tijdgeestgoeroes die stellen dat de literatuur, wil ze overleven, zich van haar elitaire karakter moet ontdoen en zich in het warme bad van de massacultuur moet onderdompelen.
In Echt zien gaat Bas Heijne op zoek naar de oorzaken van die malaise. In een even scherp als persoonlijk betoog zet hij uiteen hoe het kan dat in een tijd waarin er meer dan ooit wordt gelezen, de literatuur aan aanzien en invloed lijkt te hebben ingeboet. Hij beschrijft hoe de traditionele literaire cultuur ondergeschikt is geraakt aan de huidige mediacultuur. Tegelijk laat hij zien dat de roman nog steeds van essentieel belang kan zijn.
Heijne rekent hard af met gemakzuchtige noties van het huidige cultuurpessimisme, dat enkel teloorgang wil zien, en even hard met de verbetenheid van de nieuwe populisten. Aan de hand van favoriete auteurs als Conrad en Couperus dringt hij door tot wat voor hem de kern van de literatuur is.
Over de roman is een reeks essays van vooraanstaande Nederlandse en Vlaamse auteurs die wil bijdragen aan het debat over een steeds veranderend en zichzelf steeds weer vernieuwend literair genre: de roman.
Aan het begin van de eenentwintigste eeuw wordt de roman geconfronteerd met nieuwe en formidabele krachten: de verleidingen van de spektakelmaatschappij, vergaande rationalisering van het literaire bedrijf, een veranderende verhouding tot de traditie, een fantastische beeldcultuur en mondiale communicatie. In de hectiek van die culturele transformatie lijkt een plaatsbepaling van de roman door een aantal spraakmakende schrijvers en essayisten een interessante onderneming. Redactie: Ernst Bruinsma, Rosemarie Buikema, Marjolijn Februari, Oek de Jong en Annie van den Oever (voorzitter).