Iedereen zoekt, iedereen camoufleert, doet zich beter voor dan hij of zij is, jonger, hipper, rijker, stoerder, succesvoller. Maar alleen als iemand zich slimmer of cultureel verfijnder voordoet, noemen we het pretentieus. Maar wat vinden we precies zo irritant? De antwoorden hebben te maken met sociale klasse, met authenticiteit, met hoge en lage cultuur, met voetbalanalisten en superheldenfilms, met Karel van het Reve en Susan Sontag, met niet vergeten ‘waar je vandaan komt’, met je plek kennen. Eigenlijk: met hoe we vinden dat de maatschappij eruit moet zien. In een wervelend essay onderzoekt Joost de Vries hoe we ons verhouden ten opzichte van cultuur, van onderwijs, van kritisch denken, en ten opzichte van elkaar. En nog belangrijker: Echte pretentie laat zien waarom we absoluut niet zonder pretentie kunnen. Sinds hij debuteerde met de roman 'Clausewitz' behoort Joost de Vries (1983) tot de meest gelauwerde schrijvers én essayisten van zijn generatie. Met zijn roman 'De republiek' won hij de Gouden Boekenuil. Het werd in meer dan tien talen vertaald. Zijn essayboek 'Vechtmemoires' stond op de shortlist van de Jan Hanlo Essayprijs. Meest recent verscheen de roman 'Oude meesters' - 'een virtuoos vertoon van vertelkunst' volgens Trouw. Hij is redacteur bij De Groene Amsterdammer.