De Utrechtse topcrimineel Fred Duijster wordt in zijn zwaarbeveiligde woning op beestachtige wijze afgemaakt. Volgens beelden van een bewakingscamera kreeg Duijster bezoek van slechts één persoon. Rechercheur Arthur van der Camp meent in hem Rafaël du Mez te herkennen, een berucht draaideurcrimineel. Maar Du Mez beweert dat hij onschuldig is, om zich vervolgens op zijn zwijgrecht te beroepen. Hij wordt geloofd door zijn zus, die een advocaat inschakelt op voorwaarde dat deze Du Mez vrijpleit. Raadsman Sjoerd Guikema heeft echter het gevoel voor een onmogelijke opgave te staan.