De Nederlandse romanschrijver Antoon Coolen was een van de weinigen met wie de Vlaamse auteur Stijn Streuvels drie decennia lang een intensieve correspondentie onderhield. Die briefwisseling is interessant, omdat ze heel openhartige informatie bevat over het privéleven en de literaire activiteiten van beide belangrijke schrijvers vanaf 1929, en omdat ze voor- en naoorlogse brieven bevat tussen een Vlaamse auteur, die onder de Duitse bezetting leefde, en een sterk anti-Duitsgezinde Nederlandse collega, die Streuvels buitengewoon bewonderde en die hem na de oorlog uitleg vroeg over zijn houding tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een vraag waar Streuvels graag, openhartig en uitvoerig op inging, waarna de vriendschap (en de correspondentie) geheel ongeschonden voortging tot aan de abrupte dood van Coolen in 1961.