Kolja was zestien jaar toen hij tijdens de Russische Revolutie de kant van de Witten koos – uit een gevoel voor rechtvaardigheid want zij waren de zwakkere partij. Dus toen de communisten inderdaad de oorlog wonnen, moest Kolja vluchten.
Na omzwervingen is hij in Parijs terechtgekomen, waar hij niet kan aarden. Maar hij ontmoet er Claire, op wie hij in Rusland al hopeloos verliefd was. Ze is getrouwd met een rijke zakenman, die vaak van huis is. Elke avond bezoekt Kolja haar, in de hoop dat ze zich aan hem zal geven. En elke avond brengen hun gesprekken hem terug naar het Rusland dat hij verlaten heeft, naar het land dat hij liefheeft en waar zijn herinneringen liggen. Naar zijn jeugd en zijn vrienden, zijn ouders en vooral zijn fascinerende oom, een oud-militair die vlak voordat Kolja de oorlog ingaat, hem op indrukwekkende wijze vertelt over de zin van geweld en de zinloosheid van het leven.
In een hypnotiserende stijl roept Gazdanov deze verloren wereld voor de lezer op.