De min of meer falende poging van de menselijke geest om werkelijkheid te bevatten, is iets wat Eva Gerlach van meet af aan heeft bezig gehouden. De gaten in de werkelijkheid, waar je steeds doorheen lijkt te zakken, zijn in feite de gaten in je eigen geest: te weinig zien en te veel vergeten, te weinig begrijpen en te veel interpreteren. Er is een patroonvormende instantie in de hersens almaar bezig die losse flardjes werkelijkheid om te zetten in iets wat nog samenhang heeft. Poëzie is zo bezien de neerslag van een proces dat die samenhang zoekt.In Een bed van mensenvlees gaat het Eva Gerlach erom in die gaten te gaan zitten. De gedichten zijn die gaten. Ze zijn in toenemende mate autonoom en dat maakt hun vorm steeds opener.