Als haar oudste zus op 46-jarige leeftijd overlijdt, wordt Nina Sankovitch overmand door verdriet, zorgen en schuldgevoel. Ze ontfermt zich over haar ouders, zorgt voor haar vier zoons en rent maar door om alles uit het leven te halen wat haar zus moest missen. Dit kan zo niet doorgaan, en wanneer ze zelf 46 wordt, neemt ze een besluit: ze stopt met hollen en begint met lezen. Een jaar lang zal ze iedere dag één boek lezen en zullen echtgenoot, kinderen, drie katten en de berg vuile was even moeten wachten.
In Een boek per dag doet Nina Sankovitch verslag van haar jaar vol boeken. Ze verweeft haar persoonlijke herinneringen en familiegeschiedenis met die van de onvergetelijke personages over wie ze leest. Ze schrijft over haar verdriet na de dood van haar zus, over hoe bang ze is dat ze nooit meer echt plezier in het leven zal hebben, en over hoe zij, door zich weer als vanouds te verliezen in boeken en verhalen, haar levenslust terugvindt.