Een spoorwegbeambte besluit de balans van zijn leven op te maken door zijn memoires te schrijven. Wanneer hij klaar is en ze doorleest, vallen hem allerlei inconsequenties en onduidelijkheden op. Hij ontdekt tot zijn verbazing en wanhoop dat in zijn binnenste verschillende personen hebben geleefd: een simpele ziel, een eerzuchtige streber, een verwend kind, een kwaadaardige misdadiger en een fijnbesnaarde romanticus. Zijn leven blijkt gecompliceerd te zijn geweest, vol tegenstrijdigheden, en heel anders dan hij zich bewust was.
‘Capek is zo’n schrijver die vele decennia geleden in een glasheldere stijl zijn licht liet schijnen over de grote, tijdloze vragen van het leven, in een roman die leest alsof de inkt nog nat is.’ De Standaard