Bij een explosie in 1848 verspeelde de spoorarbeider Phineas Gage een groot deel van zijn linkervoorhoofdskwab. Na herstel was zijn geheugen nog intact, maar leek hij het vermogen te hebben verloren om te leren van zijn fouten. De levensloop van Gage na het ongeval is volgens de neuroloog Damasio karakteristiek voor patiënten met letsels in de voorhoofdskwab: ze zijn niet meer in staat emotioneel verstandige beslissingen te nemen. Phineas Gage en hedendaagse patiënten met de 'Gage-matrijs' zijn voor Damasio evenzovele argumenten tegen de opvatting van Descartes dat de rede in afzondering van gevoelens zijn werk kan doen. Maar hoe welomschreven is de 'Gage-matrijs' eigenlijk? En hoe dacht Descartes werkelijk over geest en lichaam? Historicus van de psychologie Douwe Draaisma plaatst kritische kanttekeningen bij de neurofilosofie van Damasio.