Al bij zijn eerste ontmoeting met de achtjarige Jef raakt Lander Deweer verstrikt in een web van vooroordelen. Jef heeft een zware vorm van het syndroom van Gilles de la Tourette, maar hij vloekt niet en slaat zijn armen niet wild in het rond. Hij ziet er vrij normaal uit. Helemaal anders dan Lander zich op basis van de verhalen van zijn vriend Jan Swerts, de vader van Jef, had voorgesteld. Hij vraagt zich af: ben ik zelf wel normaal? Want waar ligt de grens tussen gek en normaal? En wie beslist tot welk kamp je behoort? Een op de honderd heeft het syndroom van Gilles de la Tourette. In België komt dat neer op een groep van 110.000 mensen, ofwel de bevolking van een stad als Brugge of Leuven. Maar waar zitten ze verstopt? Hoe komt het dat we zo weinig over het syndroom weten en waarom is ons beeld zo karikaturaal? Jef wil later duiker worden. Is die droom bereikbaar? Welke andere mogelijkheden heeft hij?
Met Jan als gids begint Lander aan een zoektocht naar de grenzen van het normale. Al snel ontspint zich een intrigerende ontdekkingsreis in binnen- en buitenland. Langs Mozart, David Beckham en Robin Williams. Muzikanten, sporters, bedrijfsleiders, fotografen, neurologen, psychiaters, treinbestuurders en - jawel - een duiker met tourette.