Aan Nick Paleologus wordt gevraagd te bemiddelen tussen zijn vader en zijn broers en zusters. Zijn vader is een gepensioneerde archeoloog - van wie verondersteld wordt dat hij zou afstammen van de laatste keizers van het Byzantijnse rijk - en woont in een afgelegen huis aan de oevers van de rivier de Tamar in Cornwall. Op dat huis wordt een ridicuul hoog bod uitgebracht, maar hij weigert het te verkopen.
De impasse in de onderhandelingen wordt weldra gewelddadig doorbroken. Pas dan ontdekt Nick waarom zijn vader het bod heeft afgewezen en wat de ware motieven van de beoogde koper waren. Deze gegadigde lijkt zeer beslist om zijn interesse met geweld kracht bij te zetten.