Nieuwjaar. Een Amsterdamse cultuurbobo zit met een teiltje in zijn armen voor de tv. Een allochtone bejaarde gaat in haar scootmobiel op pad om stroopwafels te halen voor haar thuishulp, die een barre nieuwjaarsnacht achter de rug heeft. Een Kwikfit-bedrijfsleider uit Lelystad keert terug van een internetdate en in kamer H51 krijgt een stervende man bezoek van een schimmige figuur. Op de achtergrond klinkt het commentaar bij het skischansspringen in Garmisch-Partenkirchen, waar de Finse skispringer Raikkonen onbedoeld het gesprek van de dag is. Gaandeweg wordt duidelijk dat hij niet de enige is die worstelt met de zwaartekracht.
De hoofdrolspelers in Een gat in de lucht proberen er met het nieuwe jaar in het vooruitzicht het beste van te maken. Op prachtig subtiele wijze laat de schrijver hun levens in elkaar scharnieren en met soepele pen ontvouwt hij stap voor stap hun verhaal.
De lichtvoetigheid van de verhalen, de beheerste, niet gekunstelde ironische toon ervan viel de jury in positieve zin op. [] Het is de jury duidelijk dat de auteur over een eigen stijl en blik een aantrekkelijke zelfspot beschikt. Daarmee heeft hij het vermoedelijk autobiografische karakter van zijn verhalen naar een hoger plan weten te tillen: voorbij het particuliere. Juryrapport Hendrik de Vriesstipendium