Heersers als Ivan de Verschrikkelijke, Peter en Catharina de Grote en kleurrijke figuren als Raspoetin treden één voor één te voorschijn uit de nevels van de tijd. Daarbij is de opkomst en ondergang van de Sovjetunie (1917–1991) wel de aangrijpendste periode. Met stijgende verbazing ervaart de lezer zowel de ‘onvermijdelijkheid’ van de Oktoberrevolutie onder Lenin als de mislukking van het communistisch experiment onder Gorbatsjov.
Een geschiedenis van Rusland bevat nieuw materiaal dat sinds 1988 uit de Russische staatsarchieven beschikbaar kwam en is uitgebreid met twee hoofdstukken over de periode Jeltsin–Poetin (1991–2008). Het boek ontleent zijn meerwaarde aan het nawerk, dat belangrijke gegevens bevat die de lezer in de tekst maar zouden ophouden: over de transcriptie van het Russische alfabet, een tijdtafel, stambomen van de Russische vorstenhuizen, een overzicht van de Sovjetmachthebbers, een bibliografie, een lijst van Russische termen en een uitvoerig personenregister.
Een geschiedenis van Rusland is het niet te missen standaardwerk voor wie zich interesseert voor deze hoofdrolspeler op het wereldtoneel.