Anders dan India en China kende Zuidoost-Azië geen rigide hiërarchie en grote imperiale rijken. In plaats daarvan kenmerkte de regio zich door kleinschaligheid en had de politiek ondanks de drang naar hiërarchie een egalitaire inslag. Er zijn bovendien opvallende culturele overeenkomsten tussen de verschillende gebieden in Zuidoost-Azië, waaronder een relatief autonome positie van de vrouw.
Vroege invloeden uit India droegen bij aan de ontwikkeling van de eerste koninkrijken en de bouw van de grootste religieuze bouwwerken ter wereld: Borobudur en Angkor Wat. Alle grote wereldreligies vonden aanhang in de regio en mengden zich met lokale geloofsvoorstellingen. Koloniale overheersing door Britten, Fransen, Nederlanders en Amerikanen vormde een gedeelde ervaring, net als de Japanse bezetting in de Tweede Wereldoorlog, de strijd om onafhankelijkheid en de invloed van de hete Koude Oorlog die in Zuidoost-Azië zeven miljoen slachtoffers eiste. De opkomst van autoritaire regiems en neoliberale economische invloeden en de recente processen van democratisering completeren de gedeelde geschiedenis van het gebied.
Een belangrijk thema in 'Een geschiedenis van Zuidoost-Azië' is de trage vorming van staten, uitmondend in de huidige natiestaten. Daarnaast is er in de geschiedenis van Zuidoost-Azië altijd sprake geweest van intensief contact met de buitenwereld. De interactie tussen mondiale ontwikkelingen en lokale dynamiek vormde de motor van de geschiedenis van Zuidoost-Azië.