Het Londense leven van Wilmet Forsyth lijkt een glas vol zegeningen: ze is mooi, elegant en getrouwd met de aardige, welgestelde Rodney. Dure kleren, reizen, etentjes – Wilmet houdt ervan, maar gelukkig is ze niet. In de hoop iets nuttigs te kunnen doen zoekt ze haar heil bij de kerk, waar ze een keur aan excentrieke types ontmoet, en bij Piers Longridge, een bijzondere man die ook in haar geïnteresseerd lijkt. Wat er ondertussen onder haar neus gebeurt, ontgaat haar volkomen, en Wilmet krijgt een paar harde waarheden voorgeschoteld.In deze roman uit 1958 is Barbara Pym (1913-1980) op haar best. Ze schetst de verschillende sociale milieus waarin Wilmet houvast probeert te vinden met grote precisie en trefzekere humor. Ze confronteert de lezer met de pijnlijke leegte van het leven van haar hoofdpersoon, maar biedt als altijd troost met haar scherpe observaties, milde spot en kleurrijke personages.