In een vredelievend bergdorp in Midden-Europa verdwijnt opeens een jongetje. Niemand weet wat er is gebeurd. Een vreemde en vijandige partij, die het grootste deel van het land controleert, neemt op een kwade dag bezit van het dorp om onderzoek te doen. Een stuk of acht vrachtwagens kruipen langzaam de helling op, onregelmatig ronkend, driftig schakelend, ongeduldig als een troep jakhalzen.
De vrijpostige veertienjarige Augustine wordt aangewezen als bediende voor de heren. Zij verricht haar taak gehoorzaam of is dat slechts schijn en ziet niemand hoe wreed ook de kinderwereld is?
Na het veelgeprezen Mijn soevereine liefde (2005) schreef Tomas Lieske opnieuw een rijke novelle, ditmaal over intimidatie en machtsmisbruik.
De vrijpostige veertienjarige Augustine wordt aangewezen als bediende voor de heren. Zij verricht haar taak gehoorzaam of is dat slechts schijn en ziet niemand hoe wreed ook de kinderwereld is?
Na het veelgeprezen Mijn soevereine liefde (2005) schreef Tomas Lieske opnieuw een rijke novelle, ditmaal over intimidatie en machtsmisbruik.