‘Een kamer vol lichtjes’ van Melanie Dobson is een meeslepende oorlogsroman over een vrouw die tientallen kinderen uit de Hollandsche Schouwburg wist te smokkelen, maar daarbij haar eigen zoontje uit het oog verloor.
Amsterdam, 1942. Anneliese ‘Eliese’ Linden werkt bij de Hollandsche Schouwburg en probeert zoveel mogelijk Joodse kinderen uit de handen van de nazi’s te houden. Maar uitgerekend haar eigen zoontje belandt in Westerbork. Wanneer Eliese zelf ook moet vluchten is het voor haar onmogelijk te achterhalen wat er is gebeurd met hem en de andere kinderen die ze niet kon redden. Het uitblijven van antwoorden achtervolgt haar de rest van haar leven. Tot 75 jaar later een onbekende vrouw bij haar op de stoep staat.
Ava Drake vermoedt dat haar overgrootvader William Kingston niet de oorlogsheld is die hij beweert te zijn. Haar werk bij de Kingston Foundation brengt haar bij de koffieplantage van Landon West in Oeganda. Ava en Landon ontdekken een verband tussen hun families, en zo ontmoet Ava Landons overgrootmoeder. Als Ava haar verhaal heeft gehoord, plaatst dit haar lijnrecht tegenover een aantal machtige familieleden die bereid zijn ver te gaan om de waarheid geheim te houden.