Göran Rosenberg was twaalf jaar toen zijn vader zelfmoord pleegde. Zijn ouders hadden Auschwitz overleefd, en waren in Zweden een nieuw bestaan aan het opbouwen. Maar zijn vader verdroeg dat nieuwe leven niet.
Vijftig jaar later gaat Rosenberg op zoek naar die bijna onbekende vader. Het wordt een reis langs zijn jeugdherinneringen, maar ook verder terug, naar het leven van zijn vader in het voormalige getto van Lódz, in het werkkamp van de firma Büssing bij Braunschweig, en in het concentratiekamp Auschwitz.