Om zich heen ziet Tonnus Oosterhoff dwaasheden, leugens...
en overal is de dood. Hij is zich bewust hoe weinig hij daar als
schrijver tegenin te brengen heeft, hoe klein zijn stem is.
Maar telkens opnieuw zijn er verschijnselen, boeken vooral, die
energie geven, de rijkdom van het bestaan helpen ervaren. De
essays in deze bundel vormen samen een gloedvol pleidooi
voor literatuur en tasten de grenzen van het genre af: klassieke
verhandelingen, dialogen, beschouwingen over kunst en actualiteit.
Het geheel weerspiegelt Oosterhoffs kijk op de wereld: veelvormig en één.