Op een zachte novembermiddag haast Siem zich naar zijn liefje Marijke. Op de spoorwegbrug zit een bloedmooi meisje, Paulien. Ze maakt een tekening en telt elke lijn die ze op het blad zet. Siem is ondersteboven; haar figuur en haar onbegrijpelijke reacties fascineren hem. Algauw komt Siem erachter waarom Paulien zich zo ongewoon gedraagt.