Ironie was nooit ver weg in het leven van Italo Svevo. Zo zag hij zich gedwongen te gaan werken voor de bank van zijn schoonvader toen hij weinig succes had met Een leven, zijn debuut. Dat gebrek is achteraf bezien vreemd, want de psychologische roman was baanbrekend: Svevo ontleedt en beschrijft met grote precisie en in zijn unieke stijl het lijden en het lot van zijn hoofdpersoon. Een onaangepast mens, zoals de titel oorspronkelijk luidde.
James Joyce ontmoette Svevo in Triëst, waar hij woonde, en werd een bewonderaar van diens werk. Joyce bracht hem ertoe zijn magnum opus te schrijven, het boek dat hem beroemd zou maken, Bekentenissen van Zeno.