Auschwitz-Birkenau, 1943. Toen hij haar voor het eerst zag, wist David Wisnia direct dat Helen ‘Zippi’ Spitzer bijzonder was. Zippi was als een van de eerste Joodse vrouwen naar Auschwitz gedeporteerd, waar ze haar tewerkstelling als administratief medewerker gebruikte om gecodeerde berichten naar haar broer te sturen, andere gevangenen te helpen en hen zelfs van dodenlijsten af te strepen. David was vijftien toen zijn familie werd vermoord in het getto van Warschau. Hij ontkwam, maar werd een jaar later naar Auschwitz gedeporteerd. David en Zippi werden elkaars lichtpunt in de duisternis. Daar, op de onwaarschijnlijkste plek ter wereld, bloeide een grote liefde op. In 1944, toen het Russische leger Auschwitz naderde, dwongen de nazi’s de gevangenen het kamp te verlaten; de zogeheten dodenmarsen. David en Zippi deden elkaar een belofte: als ze de oorlog overleefden, zouden ze in Warschau op elkaar wachten.
Het liep anders. Zijn leven lang zou David zich blijven afvragen hoe het Zippi was vergaan en wat de waarheid achter de gebeurtenissen in Auschwitz was geweest. Had ze hem in het kamp voor de gaskamer behoed? En het belangrijkste: had zij net zo veel van hem had gehouden als hij van haar? Het zou zeventig jaar duren voor hij antwoorden kreeg.
Een liefde in Auschwitz is het onvergetelijke, waargebeurde verhaal van hoop en liefde onder de meest onvoorstelbare omstandigheden, en van geheimen die we ons hele leven met ons meedragen.