In de zomer van 1920 ontmoeten twee oud-strijders elkaar in een vredig dorpje op het Engelse platteland. De een heeft zijn intrek genomen in de kerk waar hij bezig is een door een kalklaag bedekte muurschildering bloot te leggen. De ander kampeert en is op zoek naar een middeleeuws graf. Beiden voelen zich door de oorlog ontvreemd en zijn eenzaam. Tijdens hun verblijf in Oxgodby zullen ze, door hun werk geconfronteerd met leven en dood in het verleden, hun oorlogservaringen verwerken.