Bert Spoelstra (1953) startte als zeventienjarige een carrière bij de rijkspolitie. Na vierenveertig dienstjaren bij de Limburgse politie ging hij per 1 oktober 2014 met pensioen. Van die jaren was hij ongeveer achtendertig jaar bij diverse rechercheonderdelen werkzaam geweest. Dat leverde hem voldoende stof op voor het schrijven van veertien politieromans en één non-fictieboek, waarmee hij vanaf 1990 hoge ogen gooide.
Een maandag in augustus is zijn tweede non-fictieboek en behelst zijn zoektocht naar het hoe en waarom van de liquidatie op Math Raeven, een tijdens de Duitse bezetting beruchte WA-man en Landwachter. Wie was die man? En wie was de jongeman van het verzet die hem doodde?
Archiefonderzoek en gesprekken met oorlogsgetuigen leverden uiteindelijk een verhaal op dat zich laat lezen als een spannend boek waarin Spoelstra op zijn geheel eigen wijze een reconstructie geeft van die maandag 14 augustus 1944 en de dodelijke ontmoeting tussen twee mannen.
Een maandag in augustus is zijn tweede non-fictieboek en behelst zijn zoektocht naar het hoe en waarom van de liquidatie op Math Raeven, een tijdens de Duitse bezetting beruchte WA-man en Landwachter. Wie was die man? En wie was de jongeman van het verzet die hem doodde?
Archiefonderzoek en gesprekken met oorlogsgetuigen leverden uiteindelijk een verhaal op dat zich laat lezen als een spannend boek waarin Spoelstra op zijn geheel eigen wijze een reconstructie geeft van die maandag 14 augustus 1944 en de dodelijke ontmoeting tussen twee mannen.
