Op de ochtend van de eendagsvlieg is alles om hem heen nieuw en lijkt pas net te beginnen. ‘Maar hij wist wel dat hij maar één dag had, en dat één dag lang kon lijken, maar in werkelijkheid maar heel kort was, en voorbij voor hij goed en wel begonnen was.’
De olifant ziet zijn val nooit als het einde, maar als opmaat tot een nieuw begin: vol goede moed klimt hij weer in de boom om bovenin een dansje te maken. En de kikker, die van de anderen minder luid en vooral minder vaak mag kwaken, besluit morgen anders te gaan leven om elke dag nieuwe dingen mee te maken.
Er is altijd wel iets om naar uit te kijken. Een nieuw begin sprankelt van hoop en goede voornemens.