Kassel, 1832. Het is lente en het atelier van Elise bruist van bedrijvigheid. Na haar terugkeer naar de Marktstraat heeft Elise haar handen vol en moet een nieuwe leerling haar en de andere hoedenmakers komen helpen. Haar moeder Charlotte is aanvankelijk niet erg onder de indruk van de sollicitanten en vooral niet van de onopvallende Grete, maar die weet haar toch te verrassen met onverwachte talent.
Intussen kijkt Elise reikhalzend uit naar het bezoek van haar vader. Als hij in Kassel aankomt, wordt hij vergezeld door een levendige student die een bijzondere genegenheid lijkt te koesteren voor Elise. Maar zijn ware bedoelingen worden al snel duidelijk en Elise moet al haar sluwheid aanwenden om niet in zijn val te trappen.