Op de dag dat ze vijftien wordt zit Loes in een psychiatrisch centrum. Veel te vieren is er niet, want je zit in de psychiatrie `omdat er iets in je kop scheef zit en niet omdat je een slechte adem hebt.
In de inrichting voelt Loes zich niet erg thuis. Ze heeft geen zin in allerlei gesprekken en therapeuten. En dan de andere jongeren die er opgenomen zijn! Bartje kent het spoorboekje uit zijn hoofd, Rayela blijft dagenlang als een standbeeld stilstaan en Carmen heeft altijd handschoenen aan omdat ze bang is vies te worden. Loes houdt iedereen op afstand.
In het jaar dat volgt raakt ze toch gewend aan al die rare types en aan de therapieën. Maar elke keer als het beter met Loes lijkt te gaan gebeurt er iets waardoor ze in paniek raakt. Ze wordt er gek van. Zal ze ooit op eigen benen kunnen staan?
In de inrichting voelt Loes zich niet erg thuis. Ze heeft geen zin in allerlei gesprekken en therapeuten. En dan de andere jongeren die er opgenomen zijn! Bartje kent het spoorboekje uit zijn hoofd, Rayela blijft dagenlang als een standbeeld stilstaan en Carmen heeft altijd handschoenen aan omdat ze bang is vies te worden. Loes houdt iedereen op afstand.
In het jaar dat volgt raakt ze toch gewend aan al die rare types en aan de therapieën. Maar elke keer als het beter met Loes lijkt te gaan gebeurt er iets waardoor ze in paniek raakt. Ze wordt er gek van. Zal ze ooit op eigen benen kunnen staan?