‘In deze roman heb ik een situatie verzonnen waarin de schipbreuk zich daadwerkelijk voordoet. Je ziet de wereld tot stilstand komen. De mensen vragen zich af wat er van hun wereld overblijft. Dat resoneert met de tijd waarin we nu zitten. We zijn op het moment beland dat we ons moeten afvragen wat voor wereld we willen. De wetenschap en de techniek hebben grote hoogten bereikt, maar er is geen wereldorde meer die die naam waardig is. De wereld kan niet meer functioneren met landen die politiek bedrijven vanuit identiteitsdenken; dat leidt tot de ondergang. We hebben al onze verbeeldingskracht nodig om ons voor te stellen hoe de wereld eruit moet gaan zien, hoe hij geleid moet worden. We móéten onze manier van met elkaar omgaan veranderen, anders gaan we ten onder.’ – Amin Maalouf in NRC-Handelsblad