Herman Gorter (1864-1927) is bovenal de dichter van de nieuwe muziek. Zijn voortdurende zoektocht naar vernieuwing stuwde zijn werk voort, en de muzikaliteit van ritme en klank viert overal hoogtij, van het epos Mei en zijn bundel Verzen uit 1890 tot het enorme socialistische epos Pan. Hij is de dichter van bekende regels als ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’ en ‘Zie je ik hou van je’, van geliefde zinnelijke natuurgedichten, van gedichten over het beangstigende leven in de moderne stad en van daverende politieke verzen van kosmische proporties.
Voordrachtskunstenaar en bloemlezer Simon Mulder brengt met collectief Het Feest der Poëzie veelvuldig het dichtwerk van Gorter op het podium. In zijn essay leidt hij de lezer rond door het werk van Gorter en toont waar die zo beminde muzikaliteit en die radicale vernieuwing uit bestaan. De in het essay geciteerde gedichten en fragmenten uit het epische werk zijn alle opgenomen in deze bloemlezing. Zo brengt deze bundel op bondige wijze veel inzichten in Gorters dichtwerk bij elkaar en vormt deze een mooie inleiding voor de nieuwe lezer en een verrijkende samenvatting voor de kenner.
Voordrachtskunstenaar en bloemlezer Simon Mulder brengt met collectief Het Feest der Poëzie veelvuldig het dichtwerk van Gorter op het podium. In zijn essay leidt hij de lezer rond door het werk van Gorter en toont waar die zo beminde muzikaliteit en die radicale vernieuwing uit bestaan. De in het essay geciteerde gedichten en fragmenten uit het epische werk zijn alle opgenomen in deze bloemlezing. Zo brengt deze bundel op bondige wijze veel inzichten in Gorters dichtwerk bij elkaar en vormt deze een mooie inleiding voor de nieuwe lezer en een verrijkende samenvatting voor de kenner.