In deze novelle wordt Kaasschieters schaakcarrière belicht tot aan het moment waarop hij in Göteborg ontvlucht. De biografische schets levert verrassende aperçu's op over de schoonheid van het schaakspel, over de betekenis van ruil en offer. Dan komen zijn ouders erachter waarheen Kaasschieter is gevlucht. Met deze novelle treedt Krol in de sporen van Zweig en Nabokov, maar zijn verhaal over het schaken is een onnavolgbare partij met Krols zetten.
Gerrit Krol (Groningen, 1943) werkte als computerprogrammeur en systeemanalist bij de Koninklijke Shell en bij de Nederlandse Aardoliemaatschappij. Hij heeft een groot aantal romans, dicht- en essaybundels op zijn naam staan. Voor zijn verhalend proza ontving hij in 2001 de P.C. Hooftprijs.