achter het stuur van mijn auto en reed zonder te remmen
in een muur van betonnen weginfrastructuur
op de A35, enkele kilometers
ten noorden van de Frans-Zwitserse
grensovergang van Bazel.
Ik vloog lang genoeg door de lucht
om mij ervan bewust te worden dat
ik door de lucht vloog en vond in die
zweefvlucht een vreemd soort rust,
omgeven door een gloed van geel licht,
de felle zon die werd gefilterd door
de dunne stof van de airbags. Deze rust
werd verstoord toen de auto landde,
enkele keren tussen beton links en beton
rechts slingerde, en uiteindelijk met veel
gekrijs rokend en lekkend tot stilstand
kwam.
Maar het echte drama voltrok zich een
maand later, toen ik vanuit een innig
verdriet tegen een jonge perenboom
trapte en mezelf op die manier een
gebroken middenvoetsbeentje bezorgde.
Het gevolg was dat ik gedurende vijf
weken maar op één been kon rekenen
en geblokkeerd zat in het huis van mijn
moeder, die ik in lange tijd niet meer
had gezien. Het leven was dus slimmer
gebleken, en had me aan de kant gezet.’’
Met ongeziene
openheid schrijft
Paul
Baeten over
eenzaamheid,
depressie en
angsten.
Een smerig
dier is een
verhelderende
getuigenis en een
bondgenoot voor
iedereen die soms
denkt helemaal
alleen in de
wereld te zijn.
Paul Baeten (1981)
debuteerde in 2008
met de roman Nemen
wij dan samen
afscheid van de liefde,
verschenen bij
De Bezige Bij. Later
volgden Kentucky,
mijn land (2009),
Onder vrienden (2011)
en Straus Park (2013).
In 2015 verscheen
bij Hollands Diep
Wanderland. Samen
met Tom Lenaerts
schreef hij scenario’s
voor de tv-reeks
Over water.