Wie is David Oosterbaan, gevierd acteur, maar op twee dramatische momenten in zijn leven door zichzelf verguisd? Welke twijfels knagen er onder zijn masker van babbelzucht en ijdeltuiterij? Ligt daar de reden dat hij besluit zijn drugsverslaafde dochter te gaan redden, die hij dertig jaar geleden op de wereld heeft gezet en daarna nooit meer heeft gezien? En wie is de geheimzinnige Brian, ambtenaar bij de gemeente Amsterdam, die David vergezelt op dit traject dat naar zijn ondergang voert? Of is het zijn bevrijding? In ieder geval is het zijn laatste rol: Hamlet, inmiddels een oude, kalende relnicht, die als personage verzeild is geraakt in Theatervernietiging, het krankzinnige toneelstuk van de jonggestorven Oostenrijkse toneelschrijver Thomas Schwaigl. Davids hopeloze liefde voor zijn piepjonge tegenspeelster Lena Verbraeckel werkt bij dit alles als katalysator. In grote stijl leidt Robert Anker ons in zijn nieuwe roman Een soort Engeland door de toneelcarrière van David Oosterbaan, die zich daarin een weg vecht naar de vrijheid om telkens iemand anders te zijn. Daarnaast treffen wij hem aan de zijde van zijn dappere, mooie maar stuurloze dochter Laura in duistere cafés en opvallend heldere drugspanden, strijdend om haar uit de schijn van haar bestaan terug te voeren naar de werkelijkheid die hij zelf zo slecht kent. Een emotionerend maar ongelijk gevecht. Ronduit schokkend is de manier waarop Laura uiteindelijk ongewild Davids vonnis voltrekt.