In de tweede klimaatroman *) van Noud Bles roept iemand een select groepje architecten bijeen om het plan te maken voor de nieuwe hoofdstad van Nederland, te voorzien op de veilige hoogte van De Veluwe. De plannenmakers verzamelen zich op een leeg kazerneterrein: dertien bouwkundigen, een zeer hoge regeringsambtenaar en een legerofficier. De afzondering wordt een zelfgekozen quarantaine als het COVID-virus om zich heen grijpt. Hoe pakken de stedenbouwers dit megaproject aan? Welke inzichten prevaleren? Wanneer gaan de onderlinge verhoudingen schuren? Als in Europa de vrede verandert in oorlog, wat gebeurt er dan?
Een stad van woorden is een solide monument voor de architectuur in onzekere tijden.