Van september 1944 tot mei 1945 trok de oorlog over Nederland. Aan de hand van brieven en dagboeken, geschreven door drie generaties binnen één familie, wordt in dit boek een beeld opgeroepen van de ellende die een groot deel van de bevolking toen heeft getroffen: in Zeeland overstromingen, evacuatie, bombardementen en beschietingen; honger in Holland en Utrecht; inkwartiering en razzia's in het hele land; dwangarbeid in Duitsland, met ook daar nietsontziend oorlogsgeweld. De oudste dagboekschrijver is 62 jaar, de jongste, zijn kleindochter, zeven.
Een centraal thema in Verbinding verbroken is het wegvallen van de onderlinge contacten: reizen was moeilijk of onmogelijk, telefoons waren verdwenen, briefverkeer sterk vertraagd of volledig gestopt. Vasthoudend en vindingrijk probeerde de familie De Meij deze problemen te omzeilen. Een laatste redmiddel was het dagboek: zo konden na de bevrijding de anderen toch kennis nemen van wat men had meegemaakt.
Idealistische beschouwingen over een toekomst in vrede en vrijheid ontbreken. De brieven en dagboeken zijn verslagen van de zorgen rond voedsel, kleding, brandstof en dreigend geweld. De schrijver heeft de gebeurtenissen die zijn familieleden hebben overgeleverd, geordend en geplaatst in een breed kader met aandacht voor de oorlogvoering, de maatregelen van de bezetter en de reacties daarop van de verzetsbeweging en de Nederlandse regering in Londen.
Zo is Verbinding verbroken meer dan een registratie van feiten: er ontstaat, verteld vanuit de alledaagse problemen van de 'gewone Nederlander', het verhaal van een geschokte samenleving in het laatste oorlogsjaar.
Over de auteur(s): J.C.A. de Meij (Hans), geboren 1939 in Middelburg, studeerde geschiedenis aan de RU Utrecht en promoveerde in 1972 op een proefschrift over de Watergeuzen. Hij publiceerde artikelen over diverse onderwerpen. Hans de Meij was docent geschiedenis in het voortgezet onderwijs achtereenvolgens in Amsterdam en in zijn huidige woonplaats Haarlem.