Meneer Baldwin is onlangs met pensioen gegaan en is vol hoop en plannen voor zijn toekomst: een nieuwe carrière als amateurhistoricus, eindelijk tijd voor de verwaarloosde tuin achter het rijtjeshuis dat hij al zesendertig jaar met zijn geliefde vrouw Edith deelt. Maar nu, enkele maanden later, lijkt hij niets voor elkaar te krijgen. Hij is verveeld, sikkeneurig en depressief. Edith is evenzeer uit haar doen; ze heeft nu voortdurend een metgezel die haar de hele dag op haar vingers kijkt, elke dag weer. Bovendien hebben ze elkaar niets meer te zeggen nu ze de hele dag samen zijn. Ten einde raad stelt Edith een wandeling voor in het weekend, naar een van hun lievelingsplekjes op het platteland. Dat uitstapje zal hun hele leven veranderen. Ze zien een huis te koop staan en besluiten in een opwelling het te kopen. Voortaan zullen ze hun hoop en dromen voor de toekomst projecteren op dit gezamenlijke project. Maar zal dat genoeg zijn om zin te geven aan de herfst van hun leven?