In juli bestaat De Groene Amsterdammer 140 jaar. Historicus Rob Hartmans beschrijft in Een veeleisende huisvriend de roerige geschiedenis van dit dwarse weekblad In 1877 verscheen het eerste nummer van De Amsterdammer, die zich door onpartijdige beschouwingen hoopte te ontpoppen als ‘een ware huisvriend’ van de ontwikkelde burger. Het weekblad, dat al spoedig bekendstond als ‘De Groene’, bleek een eigenzinnig periodiek dat opereerde binnen het spanningsveld tussen journalistieke objectiviteit en politiek engagement.
Onder leiding van uitgesproken karakters als Jan de Koo, Henri Wiessing, A.C. Josephus Jitta, Rients Dijkstra, Martin van Amerongen en Xandra Schutte was het blad nooit kleurloos, maar het was evenmin partijgebonden. Bovendien was het op cultureel gebied toonaangevend.
In 1973 merkte een lezer op dat als hij het blad had gelezen hij het gevoel had dat hij zijn huiswerk had gedaan. De Groene is altijd een veeleisend blad geweest, dat de lezers informeerde met feiten en argumenten, zodat zij zich een mening konden vormen. Een keuze die nooit resulteerde in hoge oplages, maar die er wel toe leidde dat het blad na 140 jaar vrijwel alle concurrenten heeft overleefd.
Onder leiding van uitgesproken karakters als Jan de Koo, Henri Wiessing, A.C. Josephus Jitta, Rients Dijkstra, Martin van Amerongen en Xandra Schutte was het blad nooit kleurloos, maar het was evenmin partijgebonden. Bovendien was het op cultureel gebied toonaangevend.
In 1973 merkte een lezer op dat als hij het blad had gelezen hij het gevoel had dat hij zijn huiswerk had gedaan. De Groene is altijd een veeleisend blad geweest, dat de lezers informeerde met feiten en argumenten, zodat zij zich een mening konden vormen. Een keuze die nooit resulteerde in hoge oplages, maar die er wel toe leidde dat het blad na 140 jaar vrijwel alle concurrenten heeft overleefd.