Velen denken dat het atheïsme haaks staat op onze dagelijkse ervaring. Het tegendeel is waar: atheïst zijn is net zo goed een beleving. Sterker, elke atheïst is een vrolijke atheïst, al was het maar omdat zijn blik op de wereld uitnodigt tot zelfspot en zelfironie. Kijk naar de mens, kijk naar de samenleving. Wat een geniale knoeiboel! We hebben onszelf homo sapiens sapiens gedoopt, maar helpen de aarde en vaak elkaar om zeep. Toch leidt deze visie niet tot cynisme. Precies uit het besef dat de mens een prutser is, haalt de atheïst een diep engagement om de wereld een ietsiepietsie beter te maken. De vrolijke atheïst is een hoogst persoonlijk boek met een vrolijke inhoud en een vrolijke vorm. Het gaat over hoe een gelovig jongetje langzaamaan een volwassen atheïst en zelfs vrijmetselaar wordt. En vooral over hoe ons leven dankzij het atheïsme zoveel leuker wordt. De vrolijke atheïst is een warm en soms grappig pleidooi voor meer levensblijheid zonder god.