A.H.J. Dautzenberg was in mei dit jaar writer-in-residence van het kersverse festival Wanderlo?ss, een popculturele processie in het Zuid-Limburgse heuvelland. Een week lang wandelde hij door het landschap dat hij zo goed kent uit zijn jeugd. Hij raakte opnieuw onder de indruk van de symfonie van kleuren en klanken, en besloot om zelf een wandeltocht uit te zetten. Dat leidde niet alleen tot een prachtige route, maar ook tot een podcast en dit boekje. Samen vormen ze een kleine odyssee, een wandeling door de natuur e?n door de geest. Dautzenberg schreef een impressionistisch prozagedicht waarbij hij de episodische opbouw van Gorters meesterwerk volgt, maar er vervolgens een volledig eigen draai aan geeft. ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid.’ De openingsregel van het epische natuurgedicht ‘Mei’, het hoogtepunt van de Beweging van Tachtig, staat nu al bijna anderhalve eeuw symbool voor de aanroep tot verandering. Wat de intenties van Herman Gorter ook waren, de regel is een eigen leven gaan leiden en de woorden lijken zelfs speciaal voor deze tijd geschreven, een in alle opzichten turbulente periode waarin ecologie en economie elkaar uitdagen tot een finale strijd. Met Een wandeling in Mei brengt Dautzenberg niet alleen een ode aan Gorter, maar ook aan zijn onbezorgde jeugd, de jaren van tover en tomeloos plezier. Het krijgt straks een plekje in zijn medicijnkastje.