Nora overleeft een brute verkrachting op vakantie, maar weet er niets meer van. Enkel de grote littekens op haar wangen doen haar er elke dag aan herinneren. Ze wordt door haar moeder verbannen naar een uithoek van het land om er Marcus, een gekende kunsthistoricus en zoon van haar eigen werkgever, als huishoudster te dienen.
Tijdens hun eerste ontmoeting verwart ze hem met een inbreker en raakt hem met een antieke kandelaar. Deze toch wel bevreemdende situatie doet een relatie van aantrekking en afstoting tussen Marcus en Nora ontstaan. Koppig blijven ze elkaar tegen de haren in strijken tot ze elkaar op een warme nacht tegenkomen aan het meer.
Met behulp van de inwoners leert Nora gaandeweg haar innerlijke demonen onder ogen te komen, maar die demonen geven zich niet zomaar gewonnen.