Iedereen op het dorp weet dat Rozelinde Haverkamp een vondeling is. En men schudt het hoofd over die wildebras, dat zorgeloze kind zoals het lijkt. Maar wat niemand weet zijn de tranen die ze in stilte huilt, omdat haar moeder haar zomaar weggaf en omdat over haar vader helemaal niets bekend is. Zo groeit ze op, een mooi meisje, maar moeilijk te benaderen. Alleen Geert, het vriendje uit haar kinderjaren begrijpt haar, met hem kan ze over alles praten. Tot er op het dorp nóg een vreemde vogel neerstrijkt, Gert-Jan Dijkstra, eveneens gedeukt door het leven zelf, probeert hier rust voor zijn hart en genezing voor zijn lichaam te vinden. En weer schudt men in het dorp het hoofd en vraagt zich af hoe zo'n leuk meisje zich kan inlaten met zo'n zwakke zieke man. Rozelinde's geluk is eerlijk en echt, maar ze weet tegelijk dat het niet blijvend kan zijn. Er gebeurt veel, Rozelinde's leven kent hoogtepunten, maar gaat nog veel meer door grote diepten. Toch vindt de 'wilde papaver' zoals Gert-Jan haar vaak noemde, uiteindelijk het plekje waar ze zich kan hechten.
Henny ¬Thijssing-Boer (1933 - 2011) heeft bijna negentig romans geschreven. Met jaarlijks bijna twee miljoen uitleningen voerde zij in de jaren '90 enkele jaren de Top 100 van de meest uitgeleende auteurs in de Nederlandse openbare bibliotheken aan.
Uitgeverij Oorsprong brengt vijftien van haar boeken als gecorrigeerde herdruk uit.