Het is begin jaren vijftig. André, de verteller van Een zachte vernieling, ontmoet Sabine de Comptine d'Aarselaer, die in haar persoon schoonheid en passie verenigt. Hij volgt haar van Gent naar Parijs, waar hij terechtkomt in de Vlaams-Nederlandse kunstenaarskolonie, een milieu dat Hugo Claus soms satirisch, soms vertederend, maar altijd trefzeker beschrijft.
‘In Een zachte vernieling beschrijft Claus de idealen, de liefdes en de ruzies van die tijd. Het boek is een romantisch liefdesverhaal, maar laat ook de erbarmelijke omstandigheden zien waarin zij toen leefden.’ Trouw
'Het werk van Claus is zo breed als de ziel diep is.' Gerrit Komrij
'Claus heeft me de verbijsterende rijkdom van het Nederlands laten horen, de woekering van de talloze registers van onze dialecten en zegswijzen, het gistende taalmoeras onder het gepolijste glazen dak van ons Algemeen Nederlands.' Erwin Mortier