Valcourt, die de liefde heeft afgezworen na pijnlijke ervaringen met de drie vrouwen van zijn leven, wordt toch opnieuw verliefd. Gentille, de serveerster van het hotel, is een prachtige vrouw met een gemengde Hutu-Tutsi achtergrond. Als het geweld losbarst en de door de Hutu-regering aangewakkerde moordpartijen op Tutsi's een aanvang nemen, loopt zij groot gevaar. Valcourt raakt veel dieper betrokken bij de onthutsende gebeurtenissen dan hij ooit had kunnen vermoeden. Hij stuit op het opportunisme en de onverschilligheid van ontwikkelingswerkers, diplomaten en nonnen. Tegelijkertijd leert hij in deze onmenselijke omstandigheden, waar de dood een dagelijkse verschijning is, wat liefde en leven is.
Gil Courtemanche doet in Een zondag aan het zwembad in Kigali het onmogelijke: een prachtig boek schrijven over liefde en menselijkheid in tijden van de Rwandese genocide.