In de prediking van Maarten Luther staat niet de mens met zijn goede werken en bedoelingen in het middelpunt, maar Jezus Christus, de Gezondene des Vaders. Luther komt woorden tekort om Hem in Zijn genade en zondaarsliefde voor te stellen en te prijzen.
In Een Zoon is ons gegeven, een preek over het Kerstevangelie uit Lukas 2, legt Luther de nadruk op het grote gebod: God lief te hebben boven alles en de naaste als zichzelf. In een kille wereld vol egoïsme worden twee beslissende lijnen getrokken: de verticale vanuit God naar de mens, en de horizontale door Christus vanuit de mens naar zijn naaste. Samen vormen zij een kruis - Christus gaf Zijn leven tot vervulling van het liefdegebod en Zijn gemeente mag leven uit Zijn volbracht werk.