De jonge intellectuelen J. en Elena verlaten hun hippe leven in de stad om een nieuw leven te beginnen op een afgelegen tropisch eiland. Ze verlangen naar een eerlijk bestaan, zelfvoorzienend en terug naar de natuur.
Maar er ontstaan al snel scheurtjes in hun droom. Het paradijs verandert in een hel als noodweer, oplopende schulden, hun breekbare relatie, en zelfs de zee hen dreigen te vernietigen.
Een ironisch relaas van de rampzalige botsing tussen het gedroomde leven en de harde wekelijkheid.