Een toevallige ontmoeting op een parkbankje verandert in een raadselachtig wiskundig onderhoud dat de verteller nog decennia later bezighoudt. Een naamloze, oudere man denkt terug aan twee bepalende liefdes uit zijn jeugd. Een logé in een aftands pension wordt deelgenoot van de romantische ontboezemingen van een melancholieke aap. De acht verhalen in Eerste persoon enkelvoud worden allemaal verteld door een klassieke Murakamiaanse ikfiguur die soms verdacht veel overeenkomsten toont met de schrijver zelf. Haruki Murakami op zijn zuiverst: bevreemdend, troostrijk, weemoedig, ontroerend, met vlijmscherpe observaties over hoe wij ons verhouden tot de buitenstaander in ons allemaal.