Tonnie is een stadse vrouw uit Amsterdam. Ze doet aan professioneel stijldansen en is eigenaar van een stamcafé. Marie lijkt in alles haar tegenpool. Als jongste van dertien kinderen, geboren in een plaggenhut op het veld van een pachtboer, vertrekt ze met de familie naar Eindhoven om te werken in de Philipsfabriek.
Beiden weten, zo daags na de oorlog, hoe hun toekomst eruit zal zien. Als ze allebei de leeftijd hebben om te trouwen en voor het gezin te kiezen, besluit de schrijver de regie over te nemen en hun geschiedenis te herschrijven. De consequentie is een omgekeerd vlindereffect.
Egelskop is een verhaal over hoe het had kunnen zijn, over hoe we het (nooit) beter weten.