Louis Velleman leefde van 1919-2000. Hij overleed zeer kort na de publicatie van dit boek. Hij beschijft in enkele autobiografische verhalen zijn zeer armoedige jeugd in Haarlem, Utrecht en Rotterdam, zijn schooltijd en zijn eerste pogingen om journalist te worden, de oorlog, zijn onderduik en de periode na de bevrijding, toen hij moest kuren vanwege TBC.
Het boek vormt een mooi portret van een bijzonder neurotische joodse jongen met een buitensporige ambitie om zijn eigen milieu te ontstijgen en journalist te worden. Gedurende de Duitse bezetting heeft Velleman een moeilijke en gevaarlijke onderduik met vele verschillende adressen en als de oorlog eindigt moet hij nog lang kuren in sanatorium 'Zonnestraal' in Hilversum.
Velleman werd later buitenland correspondent in verschillende Europese steden. Het boek is onderhoudend en vlot geschreven en bevat veel fraaie anekdotes uit het leven van de schrijver.
Het boek vormt een mooi portret van een bijzonder neurotische joodse jongen met een buitensporige ambitie om zijn eigen milieu te ontstijgen en journalist te worden. Gedurende de Duitse bezetting heeft Velleman een moeilijke en gevaarlijke onderduik met vele verschillende adressen en als de oorlog eindigt moet hij nog lang kuren in sanatorium 'Zonnestraal' in Hilversum.
Velleman werd later buitenland correspondent in verschillende Europese steden. Het boek is onderhoudend en vlot geschreven en bevat veel fraaie anekdotes uit het leven van de schrijver.