Het boek bestaat uit drie delen, waarvan het eerste het leven beschrijft van de kunstschilder Thomas Hudson, die omstreeks 1935 op het eiland Bimini in de Golfstroom bij de kust van Florida woont. Als zijn drie zoons de zomervacantie bij hem doorbrengen, komt er tijdelijk een eind aan zijn eenzaamheid en gedeeltelijk ook aan de vaste dagindeling waartoe hij zich dwingt om te kunnen schilderen. Er volgt dan een aantal levendige episodes, waaronder een beschrijving van diepzeevissen, die tot het beste behoort, dat op dit gebied ooit verschenen is.
Het tweede deel speelt een aantal jaren later tijdens de Tweede Wereldoorlog op Cuba, waar Thomas Hudson meedoet aan de in het verborgen plaatsvindene jacht op Duitse onderzeeboten. Een bar in Havana vormt hier de voornaamste achtergrond.
Hemingway's dialogen tussen een aantal zeer uiteen lopende figuren, onder wie een een bejaarde prostituee, Eerlijke Lil genaamd, zjin kortweg subliem.
Het laatste deel speelt zich af op zee aan boord van Hudsons boot. Dit schip heeft hij overgedragen aan de marine en hij heeft zich nu met de taak belast overlevenden van een Duitse onderzeeboot op te sporen. Deze opdracht vergt van Thomas Hudson een totaal andere discipline, dan hij zich in zijn creatieve leven als kunstenaar had opgelegd. Maar hij aanvaardt ook dit als onmisbaar voor zijn integriteit en in de actie-scènes van dit deel bereikt de auteur dezelfde eenzame hoogte als in het beste van zijn vroegere werk.