Het schrille rinkelen van de telefoon midden in de nacht voorspelt meestal weinig goeds. Zo ook voor de 42-jarige Jessie Sullivan. Haar moeder, die nooit over de dood van haar echtgenoot Joe is heengekomen, heeft zichzelf bewust verminkt. Angstig en bezorgd keert Jessie terug naar het eiland van haar jeugd, voor de kust van South Carolina, om voor haar moeder Nelle te zorgen. Daar voelt zij zich roekeloos aangetrokken tot de knappe broeder Thomas, een jonge benedictijner monnik die binnenkort zijn geloften zal afleggen. Maar Jessie is gelukkig getrouwd en begrijpt niets van deze overweldigende passie. Zo heeft zij ook nooit begrepen waarom haar moeder nog steeds is geobsedeerd door de verdrinkingsdood van Joe. Jessie vermoedt dat Nelle een tragisch geheim verborgen houdt.