Drie korte verhalen van M.W. Craven
In 'De dodenakker' zitten Poe en Tilly aan het ontbijt, zich afvragend hoe ze de rest van hun vakantie zullen doorbrengen, wanneer ze naar een verlaten vliegveld in Cumbria worden geroepen. Een vliegveld dat tijdens de mond- en klauwzeeruitbraak van 2001 werd gebruikt als massagraf en bekendstaat als de dodenakker…
In 'Waarom schapen niet krimpen' dwingt een wereldwijde pandemie Poe en Tilly om samen in isolatie te gaan, maar ze halen elkaar het bloed onder de nagels vandaan. Ze kibbelen veel en staan op het punt uit elkaar te gaan als Poe een oud dossier vindt: een mysterieuze zaak over een gesloten kamer waar hij al jaren over piekert. Wellicht is Tilly Bradshaw de juiste persoon om hem bij die zaak te helpen...
In 'Dodemansvingers' genieten Poe en Tilly van een picknick in een natuurreservaat, totdat Poe’s hond Edgar ineens achter een konijn aan rent. Wanneer Poe en Tilly achter de hond aan gaan, stuiten ze op een twintig jaar oud mysterie, een mysterie dat tot nu toe niet kon worden opgelost...
